Mijn verhaal in een notendop

E en heel gewoon meisje in een prachtig Brabants dorp. Ik ga naar school, speel met vriendjes, help graag waar ik kan.
In de grote stad ga ik naar de Universiteit. De cijfers zeggen dat ik daar thuishoor. Ik ga op kamers, werken op de Universiteit en samenwonen.
Ik word doctorandus in de Sociologische wetenschappen: Drs. A.M.I. (Anne) van de Klundert. De bul neem ik in ontvangst en ik ben vastbesloten rijkstrainee te worden met een glansrijke toekomst voor me.

Dan wordt het wazig, heel wazig. Ik kom in een enge nauwe tunnel terecht, die visuele handicap heet.
Ik zet de handicap om in kracht. Ik word coach, trainer en motivator. Ik laat mensen verder kijken, dan hun ogen kunnen reiken. Ik laat mensen kunst op een andere manier beleven: met de ogen dicht. Voelen. Zichzelf voelen. Confronterend? Prikkelend en altijd verrassend.

De socioloog in mij blijft roepen en ik word politicus. Ik neem deel aan “Hoge hakken in de politiek” en breng een blindengeleidehond mee. Of eigenlijk brengt hij mij overal: van lokale politiek waar ik gemeenteraadslid ben, tot nationaal adviseur en aanstormend talent in Brussel.

En dan val ik echt om. De ogen blijken nog maar het topje van de ijsberg te zijn. Het DNA mist de informatieve pagina om stevig bindweefsel te maken. In ogen zit bindweefsel, maar in de rest van het lijf ook. Heel veel zelfs, en overal. Dit verklaart de beperkingen en waarom energie verdampt. Ik beland in een revalidatiecentrum en kom er met een elektrische rolstoel en 24uurs-ondersteuning uit. Er is geen voor mij passende behandeling mogelijk in Nederland. Onderzoeksbudgetten worden stopgezet en geen enkel academisch ziekenhuis weet wat te doen. Als er geen behandeling meer mogelijk is, dan ben ik toch terminaal? Maar ik wil niet dood. Ik wil blij en gelukkig zijn, no matter what. Dat is mij met de visuele handicap toch ook gelukt? Dan gaat dat met een lichamelijke handicap toch ook goed komen?
Omdat geen enkele instantie raad weet, ben ik het zelf gaan doen. Als het niet gaat zoals het moet, moet het anders. Mijn hele lijf kan uitvallen, mijn intelligentie blijf ik houden.

Ik zet mijn creativiteit en intelligentie in en ontwikkel een nieuwe methodiek. Gestoeld op mijn eigen ervaringen in een leven vol hobbels, drempels, instanties met hun eigen dynamieken en een veranderende welzijn- en gezondheidszorg.
“Het kan wel”, blijft mijn mantra.
De methodieken die ik ontwikkel test ik op mijzelf.
Waar mijn blik en hoop eerder in de buitenwereld ligt, kijk ik nu steeds dieper in mijzelf.
Hoe kan ik mij vrij voelen, alle dagen bedliggend?
Hoe kan ik mij blij voelen, als pijn in spieren en botten verergerd van de meest luxueuze rolstoel?
Hoe ben ik een souverein mens, wanneer 54 zorggevers constant in/uit lopen?

Ik blijk over nog meer intelligentie te beschikken, dan de cijfers in het onderwijssysteem al deden vermoeden.
Ik ontdek de intelligentie van het lichaam. Een gebied waar ogen ook niet kunnen reiken. Een donker gebied wat enkel op de tast te ontdekken valt.
Er gaat een nieuwe wereld vol met schatten voor mij open!
Het is een pad wat veel moed van mij vraagt. Ik leer meer in overgave te leven en hoe zachte waarden krachtig maken.